In deze zaak kent een rechter voor het eerst een machtiging toe bij een cliënt met een psychogeriatrische aandoening op grond van art. 24 lid 6 Wzd. Dit artikel ziet op situaties waarin betrokkene vrijwillig in een zorginstelling verblijft, maar zich verzet tegen onderdelen van de zorgverlening – zodat het leveren van noodzakelijke zorg feitelijk onmogelijk is. Voortzetting van het verblijf wordt dan geacht onvrijwillig te zijn, waardoor een rechterlijke machtiging nodig is ECLI:NL:RBOBR:2024:3469